Onze pijlers
- WERKPLEZIER: Het werk op de boerderij is er elke dag opnieuw: daarom is het plezier dat we daaraan beleven super belangrijk. Zo wordt ‘moeten’ toch ‘willen’
- ARBEIDSINKOMEN: Het bedrijf levert ons een gezinsinkomen. De economische kant is dus niet onbelangrijk. In de huidige onzekere tijden is de melkprijs op wereldniveau onstabiel. We streven naar een aanvaardbare stabiele prijs op lange termijn.
- RESPECT VOOR HET DIER: De dieren geven het beste van zichzelf! Uiteraard kunnen ze dat alleen maar als ze met zorg worden behandeld. Respect voor de dieren is de basis voor het dierenwelzijn.
- DUURZAAMHEID: Omdat we denken aan de toekomst, is duurzaam produceren een belangrijk aspect van het productieproces. We proberen onze dieren te voeren met zoveel mogelijk eigen gekweekt voeder. We gaan ook erg bewust om met ons energieverbruik. Dit doen we o.a. door stroom op te wekken door de zonnepanelen op de daken van onze stallen en door diepvriezers te koelen met CO2 i.p.v. met freongas.
- MAATSCHAPPELIJKE INTEGRATIE: In ons dichtbevolkt België is de consument nooit veraf! Het spreekt voor zich om met zijn/haar wensen rekening te houden. De korte keten is het voedsel van de toekomst!
Stukje geschiedenis
Sinds 1606 is er al bewoning op de locatie van ons bedrijf. Oorspronkelijk bestonden hier twee boerderijen, die apart werden uitgebaat. In 1852 wordt Pierre Volckeryck eigenaar van de ganse site maar twee jaar later, in 1854, verwoestte een brand het ganse bedrijf. Het duurde acht jaar (1864) om de boerderij te heropbouwen en in 1895 werd ze verkocht aan Alois De Cuyper. Het was Michel, Bavo’s vader, die ervoor koos om te specialiseren in melkvee. Daarmee kwam een einde aan de varkenskweek en verdwenen de fruitbomen die het bedrijf tot dan toe teelde. Sinds 2004 zetten Bavo en Isabelle en hun drie kinderen als vierde generatie landbouwers de boerderij verder.
Wist je dat?
- Wist je dat een koe die nog niet gekalfd heeft een vaars heet.
- Wist je dat een koe 4 spenen heeft? Soms heeft een koe één of meerdere extra, kleine speentjes (de zogenaamde bijspeentjes) die niet gebruikt worden voor de productie. Het zijn dus de 4 spenen die standaard gemolken worden.
- Wist je dat een koe ook zwangerschapverlof heeft? In de melkveehouderij heet dit droogstand. De laatste zes weken voor de verwachte kalfdatum mag de koe rusten om het kalf goed te laten groeien en de uier voor te bereiden op de kalving die eraan komt. Tijdens de droogstand wordt de koe niet gemolken.
- Wist je dat een koe geregeld pedicure krijgt? We noemen dit klauwpedicure. Twee maal per productiecyclus (of vaker indien nodig) wordt de overmatige klauwhoorn weggesneden, zodat de koe vlot blijft bewegen. Zo worden problemen vermeden.
- Wist je dat een koe pas melk geeft na haar eerste kalving? De koe geeft melk als gevolg van de kalving! Zo wil ze haar eigen kalf van melk voorzien. De boer melkt de koe daarna gewoon verder zodat de melkproductie langer aanhoudt. De kalving is dus noodzakelijk om de melkproductie op te starten. Om deze productie op peil te houden, krijgt ze jaarlijks een kalfje.
- Wist je dat een koe vier magen heeft? De pens, de netmaag, de boekmaag en de lebmaag. De eerste en de laatste zijn de voornaamste. De laatste, de lebmaag, is de zure maag zoals wij, mensen, die ook hebben.
- Wist je dat onze koeien meestal natuurlijk kalven? Dit betekent niet dat we ze alleen laten, want er moet altijd toezicht zijn voor het geval er iets misgaat.
- Wist je dat bij een tweeling vaars-stier, het vaarsje steeds onvruchtbaar is? Daar heeft de natuur een foutje gemaakt. Dit vaarsje heeft dan jammer genoeg geen toekomst op onze boerderij. Als we daarentegen twee vaarsjes krijgen, stelt dit probleem zich niet. Dan hebben we zelfs de jackpot gewonnen!
Voor de kenners
- Fokkerij
Bij fokkerij draait alles rond het kiezen van een stier bij het insemineren van een koe. Alle koeien worden namelijk door kunstmatige inseminatie drachtig gemaakt. We proberen altijd om de komende generaties beter te maken dan de vorige. Bij het kiezen van de juiste stier voor elke koe worden daarom een aantal zaken in acht genomen. Zo mag inteelt zeker niet voorkomen; een sterke koe heeft trouwens drie generaties terug geen verwantschap met de stier. Het voornaamste fokdoel is natuurlijk melkproductie. De aanleg van het dier om veel melk te produceren is een troef voor de toekomst. Het is aan de boer en de stal om de mogelijkheden te bieden zodat ze die aanleg zo veel mogelijk invult. Daarnaast mag het uiterlijk van de koe (het exterieur) geen grote gebreken vertonen. De stier kan een aantal gebreken van de koe corrigeren. Ze vullen elkaar dus aan. En als laatste speelt betrouwbaarheid een belangrijke rol. De gekozen stier moet toch kunnen waarmaken, hetgeen voorspeld is. - Teelttechniek
Op de boerderij wordt maïs, gras en luzerne geteeld om in de behoeftes van de dieren te voorzien. Grond is schaars is, daarom moet de voederwinning zo efficiënt en productief mogelijk zijn. Zo wordt het gras bijna uitsluitend gemaaid en ingekuild om eventuele verliezen bij het grazen tegen te gaan. Waar mogelijk zaaien we na het oogsten van de maïs opnieuw gras in dat in het voorjaar van het volgende teeltseizoen wordt gemaaid, om daarna opnieuw te worden ondergewerkt en plaats te maken voor de volgende teelt. - Voor de bemesting vertrouwen we op onze bedrijfseigen mest als basis voor de optimale opbrengst. Zo sluiten we de mineralenkringloop. De mest van de dieren wordt gebruikt om het voeder mee te kweken. Indien nodig vullen we aan met kunstmest.De luzerneteelt staat in België nog in haar kinderschoenen. Deze teelttechniek wordt nog verder geoptimaliseerd.